Ik vertel je er graag meer over. Er zijn in Nederland twee bekende normeringen voor bureaustoelen; de Europese norm NEN-EN 1335 en de Nederlandse Praktijk Richtlijn NPR 1813. Wat houden deze normen in en waarom zijn ze opgesteld? 

Reden dat er een normering voor bureaustoelen in het leven is geroepen, is met name om facilitair managers te ondersteunen in de keuze voor goed kantoormeubilair. Met een dergelijk beoordelingssysteem kan objectief worden vastgesteld welke bureaustoelen voor de (Nederlandse) bevolking geschikt zijn. Het is een richtlijn voor de maatvoering van bureaustoelen en zegt dus niks over kwaliteit of comfort! Daarnaast betekent het dat als je een bureaustoel aan de hand van een dergelijke norm beoordeeld, dat je een bureaustoel voor de gemiddelde mens kiest, maar vrijwel niemand is gemiddeld…

De NEN-EN 1335 is een Europese norm, die gebaseerd is op de lichaamsmaten van de gemiddelde Europeaan. Echter, in Nederland zijn de verschillen in lichaamsmaten in verhouding groter dan in Europa. Daarom is er een Nederlandse richtlijn opgesteld; de Nederlandse Praktijk Richtlijn: NPR 1335. Deze heeft enkele extra functies en een groter verstelbereik ten opzichte van de Europese norm. Zo is de kantelbare zitting een paar graden meer instelbaar dan bij de Europese norm. Ter verbeelding; een stoel die aan de NEN-EN 1335 voldoet, is slechts geschikt voor 50% van de Nederlandse bevolking terwijl een NPR 1813-bureaustoel geschikt is voor 90%.

Je hoort vaak zeggen dat als een bureaustoel aan de NEN-EN 1335 of NPR 1813 voldoet, deze bureaustoel Arbo verantwoord is. Maar de Arbowet stelt nadrukkelijke eisen met betrekking tot het aanpassen van arbeidsmiddelen aan de individuele eigenschappen van de gebruiker. Ongeacht de lichaamsafmetingen van de gebruiker, dient een bureaustoel individueel instelbaar te zijn naar de lichaamsbouw en het werk van de gebruiker. Een facilitair manager moet zich dus de vraag stellen of een stoel die aan een richtlijn voor maatvoering voldoet, wel geschikt is om als projectstoel aan te schaffen. Kwaliteit en comfort zijn minstens zo belangrijk en een zogenaamde norm-stoel is zeker niet voor iedereen een passende stoel. 

Als je bedenkt dat wij Nederlanders het meeste beeldschermwerk van alle Europeanen hebben, is dit een belangrijk aandachtspunt. 33% van de Nederlandse beroepsbevolking heeft fulltime beeldschermwerk waar het Europees gemiddelde op 19% ligt. 

Enkele verschillen in maatvoering en verstelbereik tussen beide normeringen: